Home Blog Pagina 2

Opzoeken van grenzen

0

Als we willen dat honden bepaalde oefeningen kunnen uitvoeren zullen we ze dat eerst moeten leren. Ik verwacht dat iedereen dit zonder meer zal kunnen beamen. Het klinkt ook logisch. Toch blijkt dit in de praktijk vaak heel moeilijk. We denken veel te menselijk en te ingewikkeld en verwachten van honden dat ze vaak al van alles kunnen. En als we in een aanleerproces zitten: dan zoeken we steeds naar dat moment waarop het misgaat. Nu zullen er lezers zijn die afhaken en zich afvragen wat ik bedoel…

Als een puppy net is geboren zitten zijn oortjes en oogjes nog dicht. Er is dan geen mens die de puppy commando’s zal geven. Als hij bij de fokker opgroeit gebeurt dit ook nog heel weinig. Het enige waar ze naar luisteren is als de fokker heel hard en vrolijk ‘puppy’s roept, want dan komt er eten. Maar deden ze dat ook toen de fokker dat de eerste keer riep? Waarschijnlijk niet. Ze liepen misschien af op het geluid dat hun interesse had opgewekt en dat het interessant was bleek toen de fokker eten neerzette. Langzamerhand koppelde ze het woord aan wat er ging komen en, nog belangrijker, wat zij daarvoor moesten doen: als een speer naar die fokker toe.

Zitten

Het verbaast mij iedere keer weer als cursisten bij voor de eerste keer de zitoefening moeten doen. Er wordt van alles uit de kast gehaald. Ze buigen voorover, zeggen tig keer ‘zit’, wijzen met hun wijsvinger naar het achterlijf van de hond (?????) en duwen tenslotte op zijn gatje. En dan nog houden ze vol dat de puppy het dus beheerst. Aan ons als instructeurs dan de schone taak om ze uit te leggen dat een puppy niet vanaf zijn geboorte Nederlands verstaat en we hem dat dus moeten leren.

Corrigeren voor wat hij niet doet???

Uiteindelijk lukt het de meeste instructeurs om de eigenaren hun honden te laten zitten en liggen en staan en nog veel meer. En dan komt bijvoorbeeld het blijven. Ik vind dit zelf een van de meest interessante oefeningen als het gaat op opbouw door de cursisten. Opnieuw komt er een woord bij kijken wat de meeste pups nog nooit gehoord heeft en waarvan de baas direct denkt dat de pup dit zal beheersen: ‘blijf’. Vervolgens stapt de baas weg en de pup loopt mee. Eigenlijk heel vanzelfsprekend als je eerst als baas aan je pup hebt geleerd dat het bij hem heel leuk is. Veel bazen corrigeren dan hun puppy. Ze zeggen ‘nee’of ‘foei’, waarschijnlijk in de hoop dat deze termen toch ergens genetisch liggen opgeslagen, en zetten de pup terug. Als ik dan vraag waar ze de puppy voor corrigeren is steevast het antwoord: ‘hij blijft toch niet’. En nu komt het lastige. Wat deed de pup wel: hij kwam naar de baas. Omdat hij alleen maar gecorrigeerd kan worden voor gedrag dat hij wel vertoont, leert hij dat hij niet mag komen. En veel pups blijven dan de volgende keer maar zitten. Niet omdat ze leren te blijven maar omdat ze niet mogen komen. Dat dat weer invloed heeft op zijn gedrag in het park als je naar huis wilt en je de hond roept is een link die helaas vaak alleen de puppy’s maken! Als hij dus bij het blijven opstaat en komt dan houdt die pup van de baas en daar mag je hem dus nooit voor corrigeren. Hij snapt gewoon nog niet wat de bedoeling is en dat moet hij dan weer leren. En dat is een mooie taak voor zowel de instructeur als de baas.

Grenzen

Als de pups eenmaal kunnen blijven treedt er weer een bijzonder fenomeen op. De meeste pups blijven omdat ze hebben geleerd dat de baas dan terug komt. Daarop moet hij gaan leren vertrouwen. En dat vertrouwen moet langzaam opgebouwd worden. Eerst met een paar tellen en dan steeds iets langer. Eerst met een enkele pas en dan steeds iets verder. En hier gaat het mis. De meeste bazen nemen bij het blijven te snel afstand. Ze zetten een stap, herhalen zenuwachtig het commando ‘blijf’, zetten nog een stap, herhalen het commando en … gaan net zolang door tot de hond opstaat en komt. Waarom nu niet eerder terug. Waarom mag het vertrouwen van de hond niet opgebouwd worden. Wij doen vaak een test om te kijken waar de grens ligt. Neem drie passen afstand en ga tellen. Net zolang tot de hond zijn vertrouwen kwijt is en opstaat. Dan krijgt de baas de opdracht om thuis te gaan oefenen. Hij mag de blijf oefening niet langer doen dan twee tellen minder dan de grens die we samen hadden vastgesteld. Daarbinnen gaat hij variëren. De ene keer wat eerder en de andere keer wat later terug. Maar nooit meer dan twee tellen minder dan de grens. Zo ook de afstand. We testen de grens. De baas stapt weg en telt passen, net zolang tot de hond zijn vertrouwen op is. Binnen die grens gaat de eigenaar de week erna weer oefenen. Iedere keer weer terug voor de hond opstaat. Dat levert vertrouwen.

Pas je aan aan de hond

Je kunt in de training nooit sneller dan het leervermogen van de hond toelaat. Het is niet anders. Het is wel enorm leuk om samen uit vinden wat dat leertempo van de individuele hond is. Alleen dat al is enorm de moeite waard.

Optillen van puppy’s

0

Nog steeds wordt er aan cursisten verteld dat een hond van Onze Lieve Heer vier pootjes heeft gekregen om daar mee op de grond te staan. Enerzijds is dat waar, anderzijds zie je wel vaak dat een moederhond de pups in het nekvelletje pakt om ze te transporteren. Bovendien ben ik van mening dat puppy’s vaak nog zo lekker licht zijn zodat we ze gemakkelijk op kunnen tillen.

Ook wordt wel geleerd aan cursisten dat puppy’s nog geen trappen mogen lopen omdat dat nog niet goed is voor hun gewrichtjes. Daarom moeten ze gedragen worden??? Hetzelfde geldt voor het in en uit de auto tillen. Met andere woorden: er zijn genoeg situaties op te noemen om puppy’s gewoon op te tillen.

De echte reden

Hierboven staan natuurlijk wat zaken vermeld die niet helemaal vergelijkbaar zijn. Dat zal ook de reactie zijn van de meeste mensen die een voorstander zijn van het niet optillen van puppy’s. De werkelijke reden hiervoor is dat mensen vaak geneigd zijn om puppy’s op te tillen als er een andere hond aankomt. De eigenaren van de puppy vinden dat eng en willen op deze manier hun pup beschermen tegen allerlei slechte ervaringen die de pup kan oplopen als de andere hond lelijk doet, te wild doet of te druk is. Het gevaar dat hierin zou schuilen is dat men de pup op deze manier leert dat andere honden eng zijn. Dit kan dan uiteindelijk resulteren in het eerder optreden van angstagressie of vluchtgedrag.

Vergeten

Wat men echter vergeet is dat het wel waar is dat sommige grote of volwassen honden helemaal niet leuk zijn tegen puppy’s. Dat er inderdaad honden zijn die te wild of te druk zijn en de pup hele slechte ervaringen laten opdoen met andere honden. En dan… Dan heeft de puppy met zin vier pootjes op de grond wel een trauma of op zijn minst een heel negatieve ervaring opgelopen. En dan is de kans op het eerder inzetten van agressie of het sneller vluchten ook alleen maar groter geworden.

Wat dan?

Ik leer mijn cursisten altijd dat ze hun puppy moeten optillen als er iemand anders met een andere hond aan komt lopen. Dit hoeft echter niet te betekenen, en daar gaat het om, dat men dan ook de nadere hond uit de weg moet gaan. Juist niet!! Het eerste wat de eigenaar van de puppy dan moet vragen aan de eigenaar van de andere hond is hoe die andere hond normaal gesproken reageert op puppy’s. En afhankelijk van dat antwoord kun je verder. Ik zelf weet dat een van mijn honden prima is met puppy’s. En ook puppy’s kunnen wat opdringerig zijn. Zij laat dat vervolgens op een heel vriendelijke maar duidelijke manier weten. Mijn andere hond echter heeft helemaal niets met puppy’s. Zij wil zelf dan nog wel snuffelen maar de puppy’s mogen dit absoluut niet bij haar. Omdat zij niets heeft met die puppy’s – ze behoren niet tot de roedel, er is geen spraken van vriendschap nu of in de toekomst -, laat ze dat ook duidelijk weten. En vaak niet te zachtzinnig. Ik adviseer de puppyeigenaar dan ook bij haar altijd de pup gewoon op de armen te houden. Bij de andere hond doen we het anders. Ik vertel de puppyeigenaar op zijn hurken te gaan zitten met de puppy rustig steungevend op schoot. Mijn hond komt snuffelen en doet dat heel beheerst. De meeste puppy’s, ook die die het eng vinden, worden uiteindelijk rustig en snuffelen terug. Daarna mag de pup op de grond (nu wel op zijn vier pootjes). Soms wordt er dan alleen maar gesnuffeld, soms wordt er even gespeeld. Nu leert de puppy dat de andere hond prima is. Tegelijkertijd doet hij geen slechte ervaring op met mijn andere hond.

Geven andere eigenaren aan dat de hond wild speelt, te onbehouwen is of zelfs lelijk doet, hou de pup dan lekker op de arm tot de volgende hond waarbij het wel allemaal kan. Zo moeilijk is het niet. We moeten tenslotte iedere hond en iedere pup zie als unieke individuutjes en ons daaraan aanpassen. Het is niet anders.

Niet te geloven-zomer

0

Het was prachtig weer vorige week. Het zonnetjes scheen, de lucht was strakblauw en de temperatuur was meer dan aangenaam. We keken uit naar een avondje in de tuin. Dat was alweer lang geleden. Helaas kwam de buurvrouw melden dat zij voor haar middelste zoon een kinderfeestje had gepland. Het speet haar maar het zou weleens voor wat overlast kunnen zorgen. Nu neem ik dat altijd met een korreltje zout. Dat het haar speet. Als dat zo is, waarom doet ze het dan? Maar goed, het weer was mooi, het zou koopavond zijn en we besloten om te vluchten naar de stad, daar kozen we tenminste zelf voor bedrijvigheid.

Eigenlijk was het wel lekker in de stad. Het was niet overdreven druk, we konden op de terrassen kiezen uit voldoende schaduw- en zonneplekken. We hoefden niet te lang te wachten op de drankjes die we bestelden en we konden gezellig kijken naar alles wat voorbij kwam. Zo zaten we aan een bitter-lemon en een cola light, we keken naar mensen die het warm hadden, mensen die nog te dik aangekleed waren, mensen met veel te weinig kleding om het er aangenaam te laten uitzien, kinderen met ijsjes, mensen die teveel geld uitgegeven hadden en ineens naar…

Ongelooflijk

We keken naar… een jong stel op de fiets. Nu is daar niet zoveel mis mee, wat vreselijk was dat er naast de fiets een King Charles Spaniël Puppy heel hard moest meerennen. De puppy zal niet ouder geweest zijn dan een week of 14. Tongetje uit zijn bekkie en heel, heel hard zijn best doen om het allemaal bij te houden. Het was vreselijk. Nu wordt ik al niet goed als ik mensen zie die met hun volwassen fietsen als hier de temperaturen echt te hoog voor zijn. Met een puppy werd dit gevoel alleen maar sterker.

Fietsen

Het is geen probleem om met honden te fietsen. Er zijn wel een paar regels. Zorg dat de hond altijd rechts aan de fiets loopt. Zo is hij altijd tussen de baas en het overige verkeer. Zorg dat hij draaft en niet in galop gaat. Dit kost minder energie en is minder belastend voor het beendergestel. Zorg dat er voldoende water wordt meegenomen en er regelmatig pauzes ingelast worden. Let er op fietspaden op dat hij niet te dicht langs de kant loopt, hier ligt bijna altijd scherpe rommel. Bouw het rustig op, laat de conditie langzaam groeien.
Het is ook geen probleem om met puppy’s te fietsen. Het is zelfs goed om ze hier als puppy al aan te wennen als men dat later ook graag zou willen. Maar dan wel heel korte stukjes en bedoeld om hem het te leren, niet om het langdurig in de brandende zon uit te voeren.

Nog meer…

Er zullen deze zomer weer de nodige honden sterven in de auto. Honden die meegenomen worden op uitstapjes en vervolgens in de auto moeten blijven. De auto wordt in de schaduw geparkeerd, het raam gaat een klein stukje open en men laat de hond achter. Waar men geen rekening mee houdt is dat de aarde draait, de zon niet, en dat de plaats van de schaduw vaak snel verandert. De auto wordt binnen heel korte tijd een oven waarbij al snel temperaturen van rond de 80 graden worden bereikt. Dit overleeft geen hond. We zien het bij pretparken, bij grote evenementen, bij toeristische attracties, in de stad, bij het strand en eigenlijk overal, ook bij u om de hoek. Het is een langzame pijnlijke dood. En volledig de schuld van de eigenaar. Doe het dus maar niet, laat de hond liever thuis, dat is beter dan langzaam sterven.

De zomer

Er zijn nog veel meer zaken waar we in de zoemer rekening mee zouden moeten houden. Het is vlooientijd, er zitten weer volop teken in het struikgewas, loerend op een gezonde gastheer. Er zijn mogelijkheden de hond mee te nemen op vakantie, er zijn mogelijkheden de hond onder te brengen in een pension. Er worden eisen gesteld als de hond meegaat naar het buitenland. Kortom: er is veel te doen. Wat allemaal? Het landelijk InfromatieCentrum Gezelschapsdieren heeft het allemaal voor u op een rij gezet. U kunt het vinden op www.licg.nl

Ik wens u alvast een heerlijke zomer. En uw hond ook!!!

Kijk eerst eens wat hij wel doet

0

Als iemand zijn hond iets wil laten doen en het lukt niet, dan richt men zich vaak op wat hij niet doet. De hond gaat niet zitten, de hond gaat niet liggen, de hond apporteert niet, de hond houdt niet vast, de hond blijft niet, de hond volgt niet en ga zo maar door.

Wat men dan vaak vergeet is zich te richten op wat hij op dat moment wel doet. Hier zal de hond ongetwijfeld een reden voor hebben. En als we ons dan gaan richten op wat hij wel doet en we gaan onderzoeken wat de reden daarvan is, kunnen we vaak heel snel de hond wel het door ons gewenste gedrag laten vertonen.

Zitten

Als wij de hond hebben leren zitten op commando gebeurt dit over het algemeen vanuit een staande positie van de hond. De actie die de hond moet uitvoeren om te gaan zitten is niks meer en niks minder dan door zijn achterpoten zakken tot zijn gatje de grond raakt. Wat we ons dan moeten afvragen is of de hond heeft geleerd door zijn achterpoten te zakken of dat hij heeft geleerd de zitpositie in te nemen. Met andere woorden: gaat het om de actie of de positie. De meeste mensen hebben in hun gedachten dat de hond gewoon de positie heeft geleerd. En dat is heel menselijk maar niet altijd even eerlijk.

Vanuit een liggende positie

Als men dan wat verder is met hond in de trainingsopbouw komt er ook een moment dat de honden het zitcommando gaan krijgen vanuit een liggende positie. En hier komt mijn inleiding van dit verhaal terug. Veel honden doen dat dan niet. Ze gaan niet zitten of niet ineens zitten. En men vergeet dan te letten op wat de hond wel doet. En dat is nu net juist vaak zo verschrikkelijk leuk. Sommige honden zie je als ze het zitcommando krijgen even bewegen met hun achterkant. Alsof ze proberen in ligpositie alsnog door hun achterpoten te zakken. Ze blijven gewoon op de baas gericht en doen eigenlijk niets dat erop lijkt dat ze onder het commando proberen uit te komen. Ook zie je dat sommige honden eerst even gaan staan. Dat is tenslotte noodzakelijk om de beweging te maken die ze geleerd hebben. Ze doen het allebei goed. Ze doen wat ze van de baas geleerd hebben.

Corrigeren

Toch zie ik dan helaas (ook op advies van de instructeur) dat de honden dan gecorrigeerd worden. Ze worden aan de lijn omhoog getrokken waarop de bazen ook nog eens op een boze manier het commando herhalen. Of ze worden gecorrigeerd als ze wel omhoog komen maar eerst gaan staan. Ook hier wordt dan vaak boos het commando “zit” herhaald. En dat alleen maar omdat de baas en de instructeur in hun hoofd iets anders hebben dan de hond. Veel beter is om dan gewoon de hond te leren dat zitten ook mogelijk is vanuit de ligpositie en dat hij dus vanuit staande positie door zijn achterpoten moet zakken en vanuit liggende positie zijn voorpoten moet strekken. Maar hij moet dan wel de gelegenheid krijgen om dit te leren. Als we gekeken hadden naar wat hij wel deed hadden we al snel in de gaten gehad dat correcties volkomen misplaatst waren.

Komen

Iedere dag komen we het weer tegen. In het park roepen mensen hun hond en die hond komt niet. Mensen worden dan boos in de veronderstelling dat de hond daardoor sneller zal komen. Ook nu vergeten we te kijken naar wat hij wel doet. Hij snuffelt door, hij ziet een andere hond die hij gewoonweg niet kan weerstaan, hij ruikt een konijnenspoor dat hij moet volgen of hij doet nog iets anders, wat dan ook. We moeten ons realiseren dat de honden uit alle prikkels om hen heen een prikkel uit kiezen om op te reageren. Doorgaans is dit heel simpelweg de belangrijkste prikkel op dat moment. Veel bazen doen na verloop van tijd hun best absoluut niet meer om een voor de hond belangrijke prikkel te zijn. “Hij moet het maar doen”, is een door mij veel gehoorde kreet hierbij. Als de bazen echter iets meer hun best zouden doen, zouden ze doorkrijgen dat hun hond ook hen heel erg leuk en belangrijk kan gaan vinden en graag bij hen komt. Ze kijken echter niet naar wat hij wel doet om daar vervolgens iets aan te doen.

Apporteren

Een instructeur in opleiding kwam bij mij met de lastige situatie dat haar hond niet apporteerde. Ze was er al bijna twee jaar mee bezig. Toen ik vroeg wat hij dan deed, kwam ook zij met wat hij niet deed. Hij hield niet vast. Ik vertelde haar dat ik daar niet in geïnteresseerd was, ik wilde weten wat hij wel deed. In eerste instantie reageerde zij ietwat geërgerd en gaf aan dat hij dan losliet. Dat was toch logisch. Toen ik echter vroeg wat er dan vlak daarvoor gebeurde vertelde zij dat de hond enthousiast het blok vastpakte, zich omdraaide naar de baas, vervolgens iets in elkaar dook en het blok losliet. Nu wist ik meer, er zat dus een houdingsverlaging bij die duidde op angst. Er werd mij meer duidelijk toen zij vertelde wat zij dan op dat moment deed. Zij liep dan boos naar de hond, moest het apporteerblok van de instructeur in de hond zijn bek duwen en vervolgens gaan lopen met zijn kaken om het apporteerblok geklemd. De baas hield die kaken vast.

Ik kon me voorstellen dat de hond hierdoor angstgedrag ging vertonen, en het gebeurde steeds opnieuw. We gingen op een andere manier aan de gang. Ik wilde dat hond weer vrolijk werd als hij losliet. De instructeur moest van mij uit haar dak gaan (vrolijk) als de hond het apporteerblok los liet. Verder moest zij gaan kijken naar de hond. (Naar wat hij wel deed). Vrij snel bleek dat de hond het loslaten leuk ging vinden, zijn houdingsverlaging nam af en maakte plaats voor vrolijk gekwispel en een verwachtingsvolle blik na het loslaten. Vervolgens moest de instructeur kijken naar wat hij deed net voordat hij losliet. Haalde hij het blok in zijn bek iets naar voren, kauwde hij twee keer of wat dan ook. Toen zij dat in de gaten kreeg moest ze op dat moment het woordje “los” gaan zeggen. Na dat een aantal keer gedaan te hebben deden we een experiment. We gingen het woordje “los” zeggen voordat de hond het loslaatgedrag vertoonde. Vervolgens keken we wat hij deed. Het werkte: de hond vertoonde direct na het woordje het gedrag. Ook dit herhaalden we een aantal keer. Toen gingen we het zelf loslaten negeren en het op commando loslaten belonen. De hond kreeg in de gaten dat hij moest wachten tot de baas het commando gaf. En dit gingen we steeds meer uitstellen. Stapje voor stapje. Binnen twee weken apporteerde de hond. Gewoon omdat we keken wat de hond wel deed.

Eerlijk

Honden zijn geen mensen, we kunnen ze niets uitleggen. We kunnen ze wel van alles leren, de link die de hond legt bepaalt hij echter zelf. Daar kunnen wij niet zoveel aan doen. Wel moeten we dat in de gaten houden als we verder willen. Omdat onze honden dat verdienen. Wat kan het leven simpel zijn als we maar op de juiste dingen letten.

Keuze hond

0

Door veel, heel veel mensen in de hondenwereld worden gedragsproblemen van de honden toegeschreven aan de fouten die de eigenaren maken. In veel gevallen is dit ook waar. Maar we mogen niet vergeten dat er wel heel vervelende honden bestaan. Het is niet anders. De hond kan er niets aan doen. De eigenaar gaat vaak veel te ver. De fokker had (niet in alle gevallen, maar wel vaak) beter moeten weten.

Bij ons op de hondenschool hebben we op dit moment een probleemhondengroep. We hebben het reguliere programma verlaten zijn eigenlijk alleen maar probleemgericht bezig. Deze problemen variëren van hevige frustratie die zich uit in agressie tot aan ongelooflijke lompheid van een hond van meer dan 65 kg. Normaal gesproken komen deze honden uitgebreid in aanmerking voor gedragtherapie. Omdat ze allemaal in dezelfde groep zaten hebben we besloten er een apart individueel programma voor samen te stellen.

Je best doen 1

Vaak hebben we cursisten met honden waarvan we zien dat er zich problemen voordoen waarbij we als instructeurs ook weten dat als de baas iets meer zijn best zou doen de hond een zoveel leuker leven zou kunnen leiden en de eigenaar daardoor ook meer plezier aan zijn hond zou beleven. Soms nemen ex cursisten contact op omdat er toch wat problemen zijn ontstaan. De hond luistert niet meer, de hond komt niet meer als hij geroepen wordt, de hond vertoont agressie naar andere honden, de hond trekt vreselijk aan de lijn. Als ik dan vraag wat ze daaraan gedaan hebben hoor ik regelmatig dat het “probleemgedrag” langzaam ontwikkeld is. De eigenaar heeft er mee leren omgaan door bijvoorbeeld op bepaalde tijdstippen te gaan wandelen, door de hond niet meer los te laten, door andere mensen en honden te ontwijken. Uiteraard is dit ook een manier. Aan de andere kant weet ik dat als ze er iets meer moeite voor hadden gedaan in plaats van de situaties te vermijden de problemen heel snel opgelost zouden kunnen worden. Ik laat ze dat dan zien en laat ze ervaren dat de hond wel kan luisteren, dat die agressie helemaal niet nodig hoeft te zijn als de baas er iets meer moeite voor zou doen. Dat de hond wel wil komen bij die baas. Als het de moeite waard is tenminste. Soms ga ik dan weg in de wetenschap dat deze bazen toch de moeite niet zullen nemen iets te veranderen. En dan denk ik: “je verdient het probleemgedrag”. Wel vind ik het jammer voor de hond.

Je best doen 2

Soms hebben we cursisten die wel hun best doen. Hun uiterste best. Het oplossen van de problemen met de hond neemt een centrale plaats in in hun leven. Zo heb ik een wat kleine vrouw op cursus met een joekel van een dobermann. Deze hond is geïmporteerd uit Hongarije vanwege zijn uitmuntende bloedlijn. Er zit geen kwaad in die hond. Ik heb hem nog nooit enige vorm van agressie zien vertonen. Niet naar de eigenaresse, niet naar andere honden, niet naar andere mensen. Hij is alleen zo vreselijk onbehouwen. Hij hoeft na drie snoepjes zelfs geen leverworst of gekookte kip meer. Hij wil alleen maar overal op af. Zelfs aan de Gentle leader sleurt hij zijn vrouwtje over straat. Hij is oersterk. Zij doet er alles aan. Ze blijft wandelen, ze blijft oefenen, ze blijft zoeken naar oplossingen om de hond een uitdaging te bieden die op haar is gericht. En de hond kan zijn uitdaging daar niet in vinden. Hij kan zijn energie kwijt maar dat is niet voldoende. Het is geen goede match. We hebben op cursus een stoer uitziend stel. Man en vrouw. Ze hebben een enorme Duitse Dog. Zij hebben een heel klein hartje. Ze hebben handschoenen gekocht omdat de riem zo enorm in hun handen snijdt. Ze hebben er een wolletje omheen gedaan, ze hebben met tuigjes gewerkt, ze hebben met een Gentle Leader gewerkt, ze hebben alle aandachtsoefeningen gedaan die er zijn. De hond is echter nog steeds veel meer geïnteresseerd in vogeltjes, vallende blaadjes, katten, andere honden, kinderen en van alles. We hebben de hond uitdaging geboden zoals de dobermann, hij kijkt liever naar vogeltjes. Dit stel was beter afgeweest met een chihuahua, zonder dit als flauwe grap te bedoelen.

Wiens fout

Ik vind het te gemakkelijk om te zeggen dat de eigenaren beter hadden moeten weten. Zij gaan af op de informatie die zij krijgen. Ik vind dat fokkers beter hun best moeten doen met selecteren. Ik vind dat we met zijn allen ons best moeten doen om ervoor te zorgen dat mensen vooraf betere informatie krijgen. Maar dan begeef ik me op glad ijs. Ik weet dat er binnen de fokkers- en rasverenigingenwereld nogal eens met meerdere maten gemeten wordt. En ik vind het jammer dat mensen die bereid zijn hun uiterste best te doen daar de dupe van worden.

Ik vind ook niet iedereen aardig!

0

Ik was laatst met mijn vriendin en de honden een weekendje weg. Lekker naar een vakantiepark met volop wandelmogelijkheden rondom. Bos, heide, weilanden en wandelpaden langs een rivier. Kortom: alle mogelijkheden er eens lekker op uit te trekken. Nu lag er overal sneeuw en dat betekende dat het extra mooi was, zeker op die momenten dat de zon scheen. Nu waren wij niet de enigen die daar zo over dachten. Er waren meer mensen met honden uit de buurt, van het vakantiepark of van ver weg, het leek wel een drukbezocht hondencongres. Op zich geen enkel probleem. De natuur was groot genoeg…

Onze honden liepen heerlijk te snuffelen, te spelen, te ravotten en achter elkaar aan te rennen met een door henzelf gevonden tak. (eentje die weinig kwaad kon want het spelen met takken neemt altijd een bepaald risico met zich mee.) De ene hond heeft dan de tak in haar bek en rent daarmee weg. Heel hard. De andere hond rent daar vervolgens achteraan. Ze doet geen moeite de tak af te pakken, ze rennen zo met zijn tweeën heen en weer. Bij ons vandaan en terug naar ons toe. En dat vinden ze leuk. En ondanks dat wij dat niet helemaal begrijpen, ze mogen dat van ons leuk vinden.

Minder leuk

Wat ze allebei echter minder leuk vinden, is dat er altijd andere honden zijn die zich daarmee bemoeien. Die willen meespelen. Nu snap ik dat best van die andere honden. Alleen ik snap ook dat onze honden daar helemaal geen zin in hebben. En bijna altijd mondt dat uit in agressie van een van onze honden naar de hond die mee wil doen. Ik heb daar een hekel aan en vraag vervolgens aan de eigenaar van die andere hond of hij zijn hond bij zich wil roepen. Vaak worden mensen dan boos op mij. Ik moet mijn hond dan opvoeden want die moet het maar wel leuk vinden als andere honden met haar willen spelen. Die andere eigenaar vergeet dan dat hij zijn hond moet aanlijnen omdat die niet zodanig is opgevoed dat zijn hond los van de lijn bij hem blijft.

Waanzin

Mijn hond vindt iets leuk of vindt iets niet leuk. Dat is een gegeven. Daar kan ik niets aan veranderen. Ik kan sommige dingen leuker maken door er een beloning tegenover te stellen maar dan moet die beloning wel weer belangrijker zijn dan dat in dit geval de stok belangrijk is. En dat is heel moeilijk en eigenlijk wil ik daar niet aan beginnen. Mijn hond kan los. Mijn hond kan andere honden negeren op het moment dat die niet naar haar komen. Ik kan haar laten zitten als andere honden passeren (dit geldt ook voor auto’s, brommers, paarden en joggers. Maar mijn hond heeft er moeite mee als andere honden aan haar komen snuffelen en zij aangeeft dat ze dit niet wil maar dat die andere hond toch doorgaat. Mijn hond heeft er moeite mee als andere honden haar speelgoed willen afpakken. En mag ze: van mij wel. Het is toch waanzin dat honden elkaar leuk moeten vinden omdat wij dat willen.

Instelling

Ik heb mijn hond gekocht omdat ik die hond wilde. Ik wil met die hond dingen ondernemen, ik wil met die hond een eenheid vormen. Ik heb mijn hond niet genomen als speelkameraadje voor de honden in de buurt. Ik heb mijn hond niet genomen in de hoop dat ik honden uit de buurt kon inzetten om mijn hond haar energie te laten kwijtraken. Ik wilde dat er meer mensen dit inzagen. Dat ook honden hun voorkeuren hebben en dat er een kans is dat je iemand tegenkomt waarvan de hond het niet zo leuk vindt om met andere honden te spelen. En dat dat ook heel gewoon is. Eigenlijk heel normaal!

Help, mijn pup heeft ADHD

0

Soms krijg je op puppycursus heel drukke puppy’s. Ze vliegen alle kanten op, ze vinden alles razend interessant, hebben bijna geen concentratievermogen en drijven de eigenaren tot wanhoop. Deze keer gaat het niet over echte ADHD puppy’s. Het gaat over ADHD puppy’s die eigenlijk alleen maar drukker gemaakt worden door hun eigenaren. Eigenlijk gaat het hier dus een beetje over puppy’s met “ADHD”- baasjes.

Dat pups alles nog heel interessant vinden is eigenlijk best logisch. Er gebeurt zo verschrikkelijk veel om hen heen en alles is de moeite waard om te onderzoeken. Dat hoort ook een beetje bij puppy’s en als we met zijn allen zorgen voor een goede socialisatie dan stimuleren we dat vermogen om te onderzoeken ook nog eens een keer. Eigenlijk is alles dus heel normaal.

Leren wat wel en niet belangrijk is

Vaak zien we bij puppy’s in de herfst dat ze helemaal geboeid kunnen zijn van vallende boomblaadjes. Puppy’s willen weten wat dat lege plastic zakje op straat te betekenen heeft. Die vuilniszak die ze in de schemering voor het eerste tegenkomen: is dat nu eng of hoeven ze zich nergens zorgen over te maken. Het zijn allemaal zaken waar zo’n klein puppenhoofdje mee te maken krijgt. Ondertussen leren ze. Ze onderzoeken of het leuk kan zijn dat een blaadje van een boom dwarrelt maar leren dat ze daar verder niks van hoeven te verwachten. Ze onderzoeken het lege plastic zakje op straat en leren dat daar verder niets te halen valt (tenzij het zakje niet leeg is natuurlijk…!) en ze leren dat die vuilniszak daar staat en verder niets te betekenen heeft.

Actief of afwachtend

Natuurlijk zijn er verschillen tussen puppy’s. Sommige pups wachten liever ietsje af. Samen met de baas kijken ze op een afstandje wat het leven hen allemaal te bieden heeft. Ze zijn wat passiever en laten alles wat meer op zich afkomen. Hier is niks mis mee. Ook zij leren op deze manier waar ze zich wel of juist niet op moeten richten in het latere leven. Andere puppy’s zijn veel actiever. Het zijn de jonge onderzoekers uit de hondenwereld en gaan overal heel onbevangen op af. Merken ze dat iets niet zo interessant is, dan gaan ze over op het volgende. Merken ze dat iets wel interessant is, dan slaan ze dat razendsnel op en willen verder onderzoeken. Er kan tenslotte nog veel meer zijn.

Op de cursus

Bij een puppycursus willen we de honden graag leren dat van alles wat er bestaat op de wereld, die baas toch wel het meest interessant is. Dat doen we, zeker in het begin vaak met lekkere snoepjes. We vragen de aandacht en de hond krijgt een snoepje als hij kijkt. We leren ze om te gaan zitten en hij krijgt zijn beloning als zijn gatje de grond raakt. We leren ze om te gaan liggen en hij krijgt het snoepje of de click als hij zijn voorpootjes vanuit de zitpositie naar voren schuift. Maar… als zo’n jonge onderzoeker zijn snoepje heeft gehad, wil hij weer verder en… geef hem eens ongelijk.

Puzzelen

Tegenwoordig maken we veel meer gebruik van het vermogen van honden om te puzzelen wat ze moeten doen om hun beloning te krijgen. Dit zorgt ervoor dat honden actiever en sneller leren. Ze moeten echter wel bereid zijn om te puzzelen. Nu is de puppycursus eigenlijk de allerslechtste plek om een pup iets te leren. Er is veel te veel afleiding. Vergelijk het met een vrouw die een man probeert te leren strijken terwijl de cupfinale op tv is. Oké, dit klinkt seksistisch, het is het ook, maar het is maar op mijn punt duidelijk te maken. Als de eigenaar te lang wacht met de beloning voor de pup dan gaat hij wat anders doen. Er is immers van alles anders te doen. Als een eigenaar een snoepje heeft wat niet lekker genoeg is dan haakt de pup af. Lukt het toch om de aandacht van de pup vast te houden dan vertoont de pup vaak zoveel bewegingen door elkaar dat het heel moeilijk wordt om hem te belonen.

Presteren

Toch willen eigenaren graag dat ook hun puppy de oefeningen gaat beheersen. Dat kan ook. Maar niet door heel druk mee te gaan doen met de pup. Vaak gaan deze eigenaren hun bewegingen zo snel door elkaar gooien dat de pup leert om de hand te volgen (en dus niet om te puzzelen) en hij gaat net zo snel meedoen. Het is begrijpelijk omdat de eigenaar zoekt naar die handeling die nodig is om zijn hond te laten zitten. Alleen snapt de hond dat niet. Daarnaast gaan de eigenaren ook nog eens allerlei stemcommando’s geven zoals zit, zitten, gaat zitten, en wijzen ze met hun andere hand ook nog eens allerlei andere kanten op. Als de pup het snoepje uiteindelijk volgt maar er met zijn snuit iets te dicht bijkomt wordt het snoepje weer weggehaald. Dit nodigt uit tot springen wat ons weer verder wegbrengt van de oefening “zit”, bijvoorbeeld. Kunt u het nog volgen… ik word al moe als ik dit aan het schrijven ben.

Rust

Wat we deze eigenaren vaak moeten leren is om de rust te bewaren. Als zij hun hand stil houden kan de hond deze niet meer uit alle macht volgen. Dat probleem zijn we dan kwijt. De pup zal dan gaan proberen om uit zoeken wat hij nu moet doen om dat snoepje te krijgen. In ieder geval niet door druk te doen. Laat het hem maar leren. Uiteindelijk doet hij wat we willen als dat snoepje interessant genoeg is. En dat is de eerste vereiste. Soms moeten we onze hand iets veranderen. Dat mag, maar dan weer rust.
Mijn ervaring is dat als ik de bazen leer om rustig te blijven, het met het ADHD gehalte van de puppy’s vaak enorm mee blijkt te vallen.

Aanschaf puppy

0

Wist u dat heel veel mensen helaas binnen 24 uur nadat besloten is een puppy te nemen, die pup al in huis hebben. Dat betekent dat men razendsnel en helaas maar al te vaak ondoordacht te werk gaat. En eigenlijk is dat heel jammer. Heel vaak leidt dit tot teleurstellingen, heel vaak leidt dit tot heel hoge kosten terwijl men juist dacht dat men niet zoveel geld kwijt hoefde te zijn.

Op cursussen krijg ik vaak mensen met bepaalde rassen waarbij ik eigenlijk al gedachtes krijg over hoe het in vredesnaam mogelijk is dat men zo’n hond heeft aangeschaft. En als je daar dan navraagt naar doet dan kom je vaak tot de meest schrikbarende conclusies. Zo kwam er iemand op cursus met een Rottweilertje, een geweldig leuk en lief puppy, vrij zacht van karakter en af en toe nog een beetje terughoudend. De hond was aangeschaft omdat er net bij deze mensen was ingebroken en zij dat niet nogmaals wilde meemaken. De cursisten vroegen zich af of zij bij ons op de goede plek waren omdat ze van allerlei bekenden hadden gehoord dat ze beter naar een kringgroep konden gaan om hem het waken aan te leren. Wij gaven aan dat dat er in het begin zeker nog niet zou inzitten, we moesten de hond eerst wat vertrouwen in zichzelf en de omgeving gaan geven. De cursisten zijn nooit meer geweest.

Goed en kwaad

Begrijp me goed: ik heb niks tegen kringgroepen en tegen pakwerk met de hond. Maar het moet wel verantwoord gebeuren en het is een sport. Dat is iets anders als zomaar binnen een weekend ergens een puppy vandaan halen die dan maar direct moet beginnen met het verdedigen van het huis. Daarnaast moest hij ook onderscheid maken tussen mensen met kwade en mensen met goede bedoelingen. Ze hadden namelijk een eigen bedrijf.

Lastig

Al jarenlang proberen we mensen de juiste weg uit te leggen voor de aanschaf van een hond. Het lastigst is het om deze mensen te bereiken. Het is gemakkelijker als de hond er eenmaal is. Dan komt men vanzelf uit bij professionals die de weg weten zoals de dierenarts en de dierenspeciaalzaak. Maar dan is de pup er al. En het aanschaffen van een pup is eigenlijk helemaal niet zo moeilijk. Het is niet zo dat je over één nacht ijs kunt gaan, de weg is wel vrij duidelijk.

Gedrag

In eerste instantie ga je na wat je verwacht van een puppy. Doe dit zorgvuldig. Ik krijg regelmatig eigenaren van honden van bepaalde jachthonden rassen die klagen dat de hond er vandoor gaat. Als ik dan vraag waarom ze dit ras gekozen hebben krijg ik steevast het antwoord dat ze kozen voor zijn eigenwijsheid en zijn vermogen lekker zijn eigen gang te gaan. Ze kijken me vreemd aan als ik dan aangeef dat ze nu dus precies hebben wat ze eigenlijk wilden. Bedenk dus eerst goed wat je verwacht van een hond. Kijk vervolgens naar de rassen die hier het meest aan voldoen. En tenslotte kun je uit die rassen dan de keuze op het uiterlijk baseren. Helaas gaat het vaak andersom.

Rasvereniging

Als je eenmaal een ras hebt gekozen ga dan naar de rasvereniging. Zij stellen vaak hoge eisen aan de ouderdieren en de fokkers. De kans dat je een gezonde fijne pup koopt is dan alleen maar groter. Zo’n fokker zal ook van je eisen dat je een aantal keer komt kijken en probeert je eerder te weerhouden een pup te kopen dan dat hij het aanmoedigt. Blijf je echter bij je keuze dan zal hij er alles aan doen om je op een goede manier te begeleiden. Hij wil namelijk het beste voor zijn puppy’s.

Kosten

Onderschat de kosten van een hond niet. Het gaat niet alleen om zijn dagelijkse voeding. Er zijn ook vaak kosten in de vorm van gemeentebelasting, entingen, parasietenbestrijding, pensionkosten, kosten voor een goede cursus enz. enz.. De dierenartskosten wil ik graag even apart noemen. Omdat wij als mensen toch een enorm goed zorgstelsel hebben (wij hebben geen enkel besef van veel kosten die wel betaald worden), realiseren we ons niet wat sommige ingrepen kosten. Bij de dierenarts moeten we die kosten voor de pup wel zelf betalen en veel dierenartsen krijgen dan ook vaak te maken met verbaasde mensen over de hoogte van de rekeningen. En dat hoeft niet. Er zijn verschillende goede huisdierenverzekeringen op de markt. Een daarvan bestaat al zo lang dat deze zonder meer goed en betrouwbaar is.

En dan…

Moet je soms nog even wachten. De moederhond is net gedekt en de pups zijn nog niet geboren. Of de pups zijn wel geboren maar mogen nog niet weg. Geeft niks. Eventjes moeten wachten maken het moment van ophalen alleen maar meer bijzonder. Want daarna is het genieten… echt waar!

We denken vaak iets anders…

0

Vaak krijg ik cursisten die in de eerste les beweren dat hun hond wel al kan zitten. Op het moment dat ik dan aangeef dat hij dat al kon toen hij twee weken oud was, geven ze steevast aan dat ze dat niet bedoelen maar dat hij gaat zitten op het commando “zit”.

Als ik dan heel geïnteresseerd vraag of ze dat eens willen laten zien gebeuren er de meest onwaarschijnlijke dingen. Terwijl de hond bezig is om alles wat er op dat moment in zijn omgeving gaande is: lekkere luchtjes, andere honden, andere baasjes, geeft de baas het commando “zit”. Vervolgens wordt de naam van de hond driemaal genoemd, wordt er aan zijn halsband getrokken, wordt er op zijn gatje geduwd en als de hond dan uiteindelijk, om van al dat geruk en gepluk af te zijn er zelf voor eist te gaan zitten, zeggen de bazen trots: “zie je, hij deed het.”

Tweede kans

Ik geef ze dan altijd een tweede kans. Ik leg ze uit dat het handiger is als ze eerst zorgen dat de hond aandacht voor hen heeft. Ook dan gebeuren er leuke dingen. Bazen vinden het vreemd dat hun hondjes andere honden leuker vinden dan hun eigen brokje wat hij ook als gewoon eten krijgt. Thuis vindt hij de immers ook lekker. Ik stel dan altijd de vraag of zij bereid zijn mijn huis te schilderen voor € 50,-. Het antwoord mag duidelijk zijn. Als ik ze vervolgens vraag of ze dit wel willen doen voor € 50.000,- zijn ze vaak bereid om direct te starten. Het punt richting hun hond is duidelijk geworden. Met een lekkerder snoepje weten ze dan de aandacht te vragen, ze geven het commando “zit” en ja hoor, in veel gevallen gaat de hond keurig zitten. Volgens de bazen doet hij dit op het woordje “zit”. Vervolgens vraag ik ze of ze hetzelfde willen doen, maar dan op het commando “appelflap”. En wat zien we: de honden gaan opnieuw gewoon zitten. Dan denken we dat het er op dat moment niet om gaat wat hij hoort maar dat iets zeggen, maakt niet uit wat, door de hond al als commando wordt gezien. Vervolgens vraag ik de bazen opnieuw de aandacht te vragen en dan helemaal niets te zeggen. En dan gebeurt er iets wonderbaarlijks… de honden gaan opnieuw zitten.

Ze letten op iets anders.

Naar mijn gevoel vinden honden het gewoon prettiger om omhoog te kijken vanuit een zittende positie. Dit is plezieriger voor hun nek. Geldt voor ons ook. Kijk maar eens naar een punt op het plafond vanuit staande en zittende positie. Zittend is veel minder belastend voor de nek. Verder bewegen wij ons lichaam bij het geven van het commando vaak iets naar voren. We doen onze hand met het snoepje vaak iets omhoog, sommige bazen geven zelfs rukjes aan de halsband en in sommige gevallen wordt de hond strak aangekeken.
Er zijn dus nogal wat signalen die wij geven om de hond te laten zitten. Wij denken dat de hond het woordje direct begrijpt en staan niet stil bij de mogelijkheid dat hij kiest voor een ander signaal.

Meerdere commando’s

Ook zijn wij hierbij geneigd allerlei verschillende commando’s te geven. Voor het zitten alleen al worden in Nederland tenminste vijf commando’s gegeven: “zit”, “zitten”, “gaat zitten”, “mooi zitten” (alsof hij ook lelijk kan zitten), en…”schiet je nu op”. Ik begrijp inmiddels dat dat in België niet anders is. We maken het ze wel gemakkelijk. Gelukkig zijn honden zo flexibel dat ze het gestuntel van ons gewoon voor lief nemen.

Lastiger

Het wordt lastiger als we niet stil gaan staan bij wat honden nu precies voor signaal kiezen. Soms is het zelfs een combinatie van signalen. Dat zien we vaak gebeuren bij het gaan liggen op commando. De honden weten inmiddels dat als hun aandacht gevraagd wordt, ze moeten gaan zitten als de baas iets doet of iets zegt. Vervolgens weten ze dat als de baas daarna iets zegt, ze moeten gaan liggen. Dit gaat heel lang goed en iedereen, de instructeur en de baasjes zijn heel tevreden. En ze denken dat de honden de woordjes goed begrijpen.
Ik laat dat altijd controleren. Ik vraag aan de baasjes of ze een keer de aandacht willen vragen en vervolgens het commando willen geven voor het gaan liggen. Negen van de tien honden gaan dan zitten, want dat was het patroon. Vervolgens laat ik ze het commando “appelflap”nog een keer geven en dezelfde negen van de tien honden gaan dan liggen. Het ging niet om de woordjes, het ging om het patroon.

Boos

Vaak worden bazen boos als de hond niet gaat liggen maar gaat zitten op het commando voor het liggen. De honden worden vervolgens gecorrigeerd en er wordt ineens overgegaan op een heel andere trainingsmethode. Het vervelende is dat die methode werkt en dat de bazen hiermee denken dat ze het hun hond wel goed aangeleerd hadden. Veel gebruikte kreten hierbij zijn dan: “hij weet het wel”, “hij kan het best”, hij doet het anders ook”, zonder dat wij ons realiseren wat we de honden daadwerkelijk hebben aangeleerd. Soms legt de hond wel de link met het woordje. Dat kan, hij kan kiezen voor welk signaal hij gaat. Dit is echter vaak niet de verdienste van de baas maar van de hond. En als het dan een keer iets anders is, mag de hond hier niet op aangesproken worden. Ook niet als hij maar moet snappen dat een commando met twee tanden minder, hetzelfde bedoeld is….

Nu al wennen aan vuurwerk

0

Het lijkt nog wat vroeg, we hebben net de vakantie achter de rug en toch moeten we nu al aan vuurwerktraining gaan beginnen. Dat is inderdaad het verstandigst. Veel honden moeten enorm wennen aan de snelle overdaad van knallen die ze in de andere periodes in het jaar niet horen. Dat betekent dat de toevoer van angstopwekkende prikkels te plotseling en te heftig kan zijn. Nu al geleidelijk wennen aan knallen kan een enorm goede basis zijn om ook uw hond straks met oud en nieuw van de feestelijkheden te laten genieten.

Eigenlijk zou iedere pup al bij de fokker moeten wennen aan knallen en aan harde onverwachte geluiden. Gelukkig doen steeds meer fokkers dat ook. Het belang van de vroege gewenning is dan ook dat puppy’s in staat zijn om datgene dat ze dan leren te generaliseren. En dat is een vaardigheid die enorm goed van pas kan komen. Ze hoeven dan niet te wennen aan alle verschillende harde geluiden die er bestaan. Dat is ook bijna ondoenlijk. Ze hoeven maar te wennen aan een paar geluiden zoals bijvoorbeeld het geluid van knallende ballonnen, een schuur- of slijpmachine en een vrachtwagen. Als een pup dan ineens een nader hard geluid hoort plaatst hij het in zijn vakje harde geluiden en heeft zoiets van: “dat ken ik allemaal wel”.

Wennen moet echter doorgaan.

Veel mensen doen dit, veel fokkers doen dit en op veel hondenscholen wordt hier aandacht aan besteed. Alleen vaak veel te kort. Mensen denken dat als een pup er de eerste keer niet op reageert, het dan goed is. Er kunnen echter allerlei oorzaken zijn waarom hij er niet op reageerde. Hij was afgeleid, hij sliep te diep en ga zo maar door. In eerdere artikelen heb ik aangegeven dat het belangrijk is de socialisatie te laten voortduren en hier een doorlopend proces van te maken. Met knallen is dat lastig, je zult het echt in scène moeten zetten. Dat kan eigenlijk heel simpel met bijvoorbeeld knallende ballonnen, klappertjespistolen en kindervuurwerk.

Wat als dat niet gedaan is

Uiteraard is bovenstaande informatie niet meer geschikt voor iedereen. Daar is het wellicht al te laat voor. Toch kunt u er nu nog van alles aan doen. Er zijn bijvoorbeeld cd’s te koop met allerlei harde geluiden. Koop die cd en zet hem op een heel laag geluidsniveau aan. Kijk hoe de hond reageert. Als hij er niet van onder de indruk is, zet u het geluid steeds iets luider. Blijft hij niet reageren terwijl er mensen van drie straten verderop komen klagen over geluidsoverlast, dan hoeft u zich met oud en nieuw niet zo’n zorgen te maken.

Reageert hij wel

Als u merkt dat uw hond onrustig gaat worden, ga dan niet verder. Heel vaak proberen mensen dit uit en gaan het vervolgens de volgende dag weer proberen en de dag daarna weer, in de hoop dat er iets verandert. In de praktijk gebeurt dat dan ook vaak maar meestal op een averechtse wijze. De hond gaat eerder angstgedrag vertonen. Dit is dus niet zo handig. Veel beter is het om, als u merkt dat de hond onrustig wordt terug te gaan naar het geluidsniveau waarbij er nog niets aan de hand was. Doe dit niet direct maar een uurtje later als de hond weer helemaal hersteld is van zijn onrust. Ga dan spelen, leid hem af en doe gekke dingen, vervolgens zet u het geluid weer ietsje hoger of beter nog, u laat dit door iemand anders doen. Dit is genoeg. Ga niet weer zoeken naar het ornrustmoment. Hou het zodanig dat hij niet onrustig wordt. Doe dit een aantal keer en ga het afleiden ietsje afbouwen. Totdat hij aan dit niveau gewend is. Dan weer spelen, het geluid ietsje harder en het spelen weer afbouwen. En dit bouwt u rustig op tot uw wijkbewoners komen klagen terwijl uw hond rustig doorslaapt. Als hij helemaal niet reageert op de cd maar wel op echte knallen, schakel dan nu een gedragstherapeut in. Er is nog veel te bereiken.