Home Blog

Compromissen

0

Ken je dat, dat je vooraf bedenkt hoe het allemaal zou zijn als je een hond hebt. Lekker naar buiten, ook als het regent (dan denk je dat nog), lekker naar het bos waarbij je hond lekker kan spelen met andere honden en hij gewoon komt als je hem roept. Altijd blij als je thuiskomt. Kan prima hele dagen alleen zijn want je hebt tenslotte ook een baan, hij kan mee op vakantie of hij is wel ergens te plaatsen, hij wordt de grootste vriend van de kinderen en na een puppycursus kent hij genoeg om een goed opgevoede hond te zijn geworden.

En heel vaak komt dit helaas niet helemaal uit. Toch leren we ermee leven, gewoon omdat je compromissen sluit met alle levende wezens waar je mee samenleeft. Ik ben eigenlijk heel benieuwd naar die compromissen. Wat is er bij de hondeneigenaar anders verlopen dan dat er verwacht werd? En wat is er gedaan om dit op te lossen? En dat zit vaak in heel kleine dingen, dingen die gewoon zijn geworden als je eraan gewend bent.

Ik zal vanuit mijn eigen situatie wat voorbeelden geven. Mijn kleine hondje blaft als er iemand voorbij loopt. Ik doe als ik wegga de gordijnen dicht bij het raam waar ze doorheen kan kijken en barricadeer de vensterbank met stoelen. Gewoon omdat ze anders toch ook de gordijnen open krijgt. Ik ben er inmiddels aan gewend maar ik had dit niet bedacht. Ik heb twee grote poortdeuren in mijn tuin waarmee ik een overkapping kan bereiken. Zij kroop onder die poortdeuren door. Ik heb er rubberflappen onder bevestigd en het probleem is over. Het is iets minder mooi maar een mooi compromis en zo blijft het toch mooi. Sinds de dood van mijn oudere hond is zij wat meer onzeker buiten. Als er andere honden aan komen wil zij het liefst aangelijnd worden. Het geeft haar een gevoel van veiligheid waarschijnlijk. Nu roep ik haar bij me als ik andere honden zie waarvan ik denk dat zij er van onder de indruk kan zijn. Ze weet het dan al en komt vrolijk aanlopen en haar onzekere gedrag richting de andere honden neemt af. Mooi compromis.

Mijn hondje heeft een hekel aan natte billen. Ik vind dat schitterend. Normaal gesproken zijn er plekken waar ze moet zitten voor ze over mag steken. En dan moet ze ook nog op mijn teken wachten. Dit weet ze en ze is vaak sneller op die plekken dan ik en gaat dan uit zichzelf zitten. Behalve als het geregend heeft en de stoep nat is. Dan blijft ze heel even net boven de grond hangen en komt dan snel weer overeind. Ik vind dat prachtig. Nu weet ik dat er mensen zijn die beweren dat ze hiermee onder mijn gezag uit wil komen. Ik vind van niet. Ik heb sowieso een hekel aan het woord gezag. Zij heeft gewoon een hekel aan natte billen en ik respecteer dat. Ook dat is een compromis.

Compromissen zijn eigenlijk heel leuk. Het geeft aan dat je de hond ook in zijn waarde laat. Dat hij niet de enige is die zich moet aanpassen. Dat zijn eigenaardigheden gewoon bij hem passen en hem daarmee uniek maken. En als je dat kunt zonder te muggenziften over rangorde en opeisen van ruimtes en zo kun je een prima leven leiden met je hond. Het gaat tenslotte om geven en nemen.

Ik ben benieuwd naar compromissen van lezers. Stuur ze door en laat weten hoe jij omgaat met de hond zijn eigenaardigheden. Dit mag natuurlijk ook andersom.

Workshop ‘Oefeningen als hulpmiddel’ Vervolg

0

De deelnemers aan de workshop “oefeningen als hulpmiddel” hebben zelf gevraagd om een vervolgworkshop om meer inzicht te krijgen hoe het inzetten van standaard-oefeningen als hulpmiddel gebruikt kan worden om eigenaren meer inzicht te geven in hoe het allemaal werkt bij hun hond, en dit in de praktijk te ervaren.

 

Het gaat er daarbij niet om welke oefeningen er op een cursus gegeven worden, het gaat erom hoe je die oefeningen in kan zetten om de eigenaar te leren wat je die eigenaar wil leren. Heel vaak zien we nog dat doelstellingen afgestemd worden op de hond. Bij examens wordt gekeken naar wat de hond allemaal kan. Er is vaak maar een onderdeel beoordeling van de eigenaar en dat is vreemd. De eigenaar is tenslotte degene die de cursus heeft gevolgd. Tijdens deze vervolgdag gaan we in de praktijk met verschillende oefeningen en honden aan de slag. We gaan in de praktijk ervaren hoe je door oefeningen net iets anders aan te bieden de eigenaar in staat kunt stellen veel meer en veel sneller de dingen te leren die wij als instructeurs eigenlijk belangrijk vinden. Op deze manier zien we dat eigenaren als zaken misgaan dit misgaan eerder bij zichzelf gaan zoeken dan dat ze alles bij de hond leggen. Zij leren kijken, interpreteren, experimenteren en hun eigen hond hierdoor veel beter kennen.

[otw_shortcode_button href=”http://www.martingausacademie.nl/workshop-honden/workshopoefenenalshulpmiddel_vervolg.html” size=”medium” icon_position=”left” shape=”square” color_class=”otw-black”]Inschrijven voor de cursus[/otw_shortcode_button]

Een dagje kijken bij Dutch Cell Dogs

0

Het motregende en er was wat wind en samen voelde het koud aan. Maar buiten stonden ze al te wachten. De trainers van de TBS instelling die weer aan de gang mochten met vier honden. Ondanks het weer en ondanks andere keuzemogelijkheden binnen de instelling waren ze enthousiast en hadden ze er zin in. Het wachten was op het team van Dutch Cell Dogs en ik, ik mocht er een keertje bij zijn.

Nu geef ik al meer dan 30 jaar les aan combinaties en ik moet zeggen: geef mij deze. Wat een genot om te zien hoe ze alles aannemen van de instructeurs, instructies opvolgen en geconcentreerd bezig zijn met de honden. En ze leren. Niet alleen de honden, ook deze trainers, ze geven zelf aan hoe zij de lichaamstaal van hun honden herkennen, ze anticiperen op situaties waarvan zij inmiddels inzien dat hier een potentieel probleem ligt. Ze leiden honden af, ze nemen de afstand die nodig is en halen uit de kast waarvan zij denken dat dat de beste oplossingen biedt en…. het werkt allemaal.

Het is een van de laatste sessies met deze honden en wat is het geweldig om te zien hoe enthousiast zowel de honden als de trainers zijn als ze elkaar zien. Van te voren zijn de spullen uitgeladen uit de auto, iedereen helpt mee, de snoepjes zijn in de heuptasjes gedaan, de clickers in de aanslag en de honden worden een voor een gehaald. Direct wordt afstand genomen en een plek gezocht, een plek van waaruit ze aan de gang gaan. Voordat de instructeur ook maar iets hoeft te zeggen wordt er gewerkt aan aandacht en gaat iedere combinatie in de trainingsmodus.

De instructeurs, het zijn er twee, geven niet alleen instructies maar stellen ook vragen, vragen over de hond, over wat er gebeurt en wat nu nodig is. En wat zien ze veel en wat snappen de trainers al veel. En dat na nog geen 10 lessen.

Er breekt een hond los, er is even paniek want sommige honden gaan nog niet zo leuk om met andere honden. Trainers zijn boos op de trainer wiens hond losschoot. In plaats van echter op die boosheid in te haken zoeken ze naar een oplossing om te voorkomen dat hun hond agressie gaat vertonen. Een trainer gaat achter een rij bosjes staan. Hij moppert op de andere trainer, geeft aan dat hij het aan zag komen maar ondertussen kijkt hij naar de impact van zijn gemopper op de hond. Hij houdt zich in en de hond heeft er duidelijk geen last van. Hij blijft met zijn hond bezig en doet achter de bosjes een paar oefeningen waarvan hij weet dat de hond ze leuk vindt. En ondertussen moppert hij in zichzelf wat door.

Sommige oefeningen gaan niet helemaal goed maar geen trainer raakt gefrustreerd, ze vragen wat zij verkeerd doen en houden het bij zichzelf. Samen met de instructeur wordt een oplossing gezocht. Gewoon proberen en ervaren en vaak lukt het. Het zit er bijna op, De training van deze honden ook. Het is geweldig om te zien hoe graag iedere trainer een foto van de hond wil. Het liefst met hunzelf erop. Dat mag niet in verband met de privacy van de trainers zelf. Het is ontroerend en hartverwarmend om te zien hoe betrokken ze graag willen blijven met een eventuele plaatsing van de honden. Eentje zou zijn hond het liefst zelf willen houden, de anderen eigenlijk ook wel.

Wat raar om te zien en om mee te mogen maken hoe betrokken, gedisciplineerd en vooral hoe open deze trainers staan voor het werken met de hond die hun voor een aantal weken is toegewezen, waarbij ze weten dat ze hun training uitvoeren voor de hond en straks een andere eigenaar die ze nog niet eens kennen en waarschijnlijk ook nooit zullen kennen ook. Hoe anders is het soms op de reguliere cursussen waar de cursisten hun hond voor het leven hebben en de training uit moeten voeren voor zichzelf. Wat een geweldig initiatief van Marlies en Betty. En wat een geweldige prestaties van de trainers.

Dag Saartje, dankjewel!!!!!

0

Dankjewel voor alles. Wat hebben wij veel meegemaakt en wat heb jij mij bijgestaan en wat een mooie herinneringen heb je me gegeven.
Wat was het leuk om jou als jonge hond in te zetten bij de instructeursopleidingen. Wat heb je mij hierbij ook veel geleerd. Je reageerde niet standaard. Het was zoeken en bij iedereen reageerde je anders, alsof je iedereen apart beoordeelde en aftastte.

Ondanks dat ik je veel meenam vond je het later niet leuk in drukke situaties. Dat was niets voor jou en het gaf niet. Dan deden we dat niet. Je kon prima alleen thuisblijven. Wat heb je me hierbij echter een hoofdbrekens bezorgd om je niet meer te laten slopen. Zelfs een zachte ondergrond in je bench kon je niet heel houden. Vaatdoekjes hadden je voorkeur maar ook sokken en t-shirts vond je fijner dan de kluiven die ik voor je kocht. Maar we hebben daar onze weg in gevonden. Ik heb meer dingen opgeruimd en jij hebt al het andere met rust gelaten.

Wat was je goed met andere honden, je hield daar echt niet zo van, die gooiden geen bal. En ook je bijna arrogante manier van het negeren van die andere honden als ze vreselijk lelijk tegen je deden. Je liep door, ze geen blik waardig gunnend. Alle andere honden in ons leven samen accepteerde je. Je werd er vriendjes mee maar liet ze ook duidelijk je grenzen weten. Ze waren gek op je. Wat heb ik van je genoten als je verder dan 25-30 meter bij me vandaan was en je een andere hond met een bal zag. Je was dan niet meer terugroepbaar, althans tot je die bal had. En die had je altijd. Zonder lelijk te doen ging je gewoon meespelen, je wist waarschijnlijk dat de honden vaak even afgeleid waren door jouw aanwezigheid en je had hem. Dan was je wel bereid terug te komen. Ik liet je de bal geven en even blijven en ging me namens jou verontschuldigen bij die andere hond en ik gaf de bal terug. Je accepteerde dit, keek me aan met een blik van” weer gelukt” en bleef dan even in de buurt.

Het leukst was het om met je naar het water te gaan. Je kon niet wachten om erin te springen om er vervolgens helemaal niet meer uit te komen. Ballen halen, dat was het belangrijkst in jouw leven. Denkspelletjes, voerbeloningen en andere dingen haalden het niet bij de bal. En als wij geen zin hadden om nog meer te gooien wist je altijd anderen over te halen, wildvreemden die met je verder speelden. Van jong tot oud, je kreeg het voor elkaar. En in huis, kriebelen, kriebelen en nog eens kriebelen. Je kreeg er nooit genoeg van. En als mensen stopten wist je ze dat op een zeer effectieve manier duidelijk te maken. Je duwde je snuit onder de hand of arm en deed je hoofd omhoog. Op een manier waarbij altijd de hand op je hoofd eindigde. Het maakte jou niet uit of ze dan net een glas drinken in hun handen hadden. Dat nam je voor lief. Als ik het wel eens moeilijk had kwam je altijd naast me zitten met een blik van: “kriebel mij maar”. Ik keek je dan aan en zei altijd tegen je dat het alleen maar eigenbelang van je was. Je keek dan terug op een manier waarop ik je bijna hoorde zeggen “ja, en…??? Doe nou maar gewoon” en ik deed het. En het hielp!!!!

Verstoppertje spelen met de kinderen vond je ook heel leuk om te doen, je bleef keurig tot je een van hen hoorde roepen dat je mocht gaan zoeken. Je vond ze en dat vond je helemaal geweldig.

Je was doof op het laatst maar handgebaren begreep je als een van de besten. Tot het snel ging. De laatste twee weken kon je geen wandelingen meer aan, alleen nog even snel je behoeften doen om de hoek en weer naar binnen. Nu reageer je bijna niet meer, je hebt vanmorgen veel bloed overgegeven, het is genoeg geweest. Je nu nog hier houden zou egoïstisch zijn en niet eerlijk tegenover alles wat je al voor me betekend hebt.

Dag Saar, je bent geweldig, dankjewel!!!!!!!!

De 10 belangrijkste dingen voor een goed opgevoede pup

3

Vaak zie ik lijstjes voorbijkomen met wat een puppy allemaal moet leren om een stabiele en fijne huisgenoot te worden. Nergens zie ik wat de baas daarvoor eigenlijk moet leren en dat is toch de basis, hij zal het tenslotte moeten gaan overbrengen. Daarom heb ik een alternatief lijstje gemaakt. Een lijstje waarop we ons als instructeur eigenlijk zouden moeten richten. En ik gebruik nu en in het lijstje veel de term “moet” en “moeten”. Dat is eigenlijk niet waar, niemand moet iets. Ik hoop de cursisten te leren wat er in dat lijstje staat om ze zo inzicht te geven in het hoe, het wat en het waarom bij hun eigen puppy. Zodat zij in staat zijn de dingen te doen die belangrijk zijn voor de ontwikkeling van hun puppy. Als ze daarvoor kiezen. Dat ligt bij hen.

1. De baas moet leren dat hij de moeite waard moet zijn voor de puppy om mee samen te werken. Het hulpmiddel dat hij gebruikt moet de puppy heel leuk en/of plezierig vinden, wat de baas ervan vindt is veel minder belangrijk.

2. De baas moet leren wat voor enorme invloed zijn gebarentaal en zijn lichaamshouding hebben op de puppy. Hij kan ermee sturen, gedrag uitlokken en beïnvloeden.

De baas moet leren dat als de puppy zijn gebarentaal wel volgt maar dit eigenlijk niet is wat de baas eigenlijk bedoelde, de puppy toch zijn beloning verdient en de baas dus iets anders moet doen. Niet de puppy.

De baas moet leren dat als hij zijn hand beweegt, de puppy zal volgen en dat als hij zijn hand stil houdt, de puppy vrijwel direct overgaat tot nadenken. En dan dat iedere beweging weer leidt tot volgen (al is het maar met zijn hoofd).

De baas moet leren dat in het begin de puppy niets anders leert dan achter het snoepje aangaan en dat dit helemaal niet erg is.

De baas moet leren hoe hij het achter het snoepje aangaan over kan laten gaan in het echte aanleren van een oefening.
De baas moet leren hoe hij bij zijn puppy een oefening verder kan opbouwen, handgebaren kan afbouwen (als hij dat wil) een stemcommando’s kan invoeren en de beloning kan afbouwen zodat de hond voor het contact kan kiezen in plaats de beloning.

De baas moet leren dat hij met zijn stem, zijn houding en zijn gebaren vaak een combinatie aan signalen afgeeft waarbij de puppy soms anderen signalen belangrijker vindt dan dat de baas bedoelt of doorheeft. Dit is niet de schuld van de puppy, de baas moet zorgvuldiger zijn en zich bewuster worden van die mix aan signalen die hij afgeeft.

De baas moet leren dat er op deze manier eigenlijk niets fout kan gaan en dat al het gedrag te verklaren is en dat de puppy het in de allermeeste gevallen gewoon goed doet en de baas mag dus leren de dingen anders aan te pakken en er ook zelf over na te denken.

3. De baas moet leren dat een hond erg gefocust is op lichaams- en gebarentaal en nog geen Nederlands spreekt of welke andere taal dan ook en dat zelfs alle hondentaal niet is aangeboren.

De baas moet leren dat als de baas die taal gebruikt de hond soms net het averechtse leert. Als de baas laag zegt op het moment dat de hond opspringt kan de hond leren dat het woordje laag betekent dat hij moet opspringen. Als de baas los zegt als de hond net iets vast heeft de puppy leert dat het woordje los betekent dat hij iets moet vasthouden.

4. De baas moet leren dat hij compromissen zal moeten sluiten. De puppy zal dat ook moeten, het is zoals bij iedere vorm van samenleven een kwestie van geven en nemen. Belangrijk hierbij is dat de puppy gewoon de gelegenheid kan krijgen binnen grenzen wel hond te zijn.

5. De baas moet leren dat als de situatie anders is, de puppy anders kan reageren. Dit kan zijn als er meer afleiding is maar ook als de context waarin de oefening gedaan wordt verandert.

6. De baas moet leren dat hij heel erg voorzichtig en eigenlijk heel terughoudend moet zijn met het corrigeren van de puppy. Ook met zijn stem.

7. De baas moet leren dat hij geduld moet hebben en zich moet leren beheersen en de puppy de tijd moet geven na te denken om zelf tot een oplossing te komen.

8. De baas moet leren welke en wat voor signalen de puppy allemaal afgeeft en wat deze kunnen betekenen. Pas dan kan hij er wat effectiefs mee doen.

9. De baas op deze manier de tijd moet nemen om zijn eigen puppy te leren kennen, hij heeft geen standaardpup. Hij heeft zijn eigen puppy en die is uniek. Dit geeft de puppy ook de tijd om hem te leren kennen en dit biedt de mogelijkheid om zo tot een geweldige manier van samenwerken te komen die kan leiden tot een geweldige tijd samen met respect voor elkaars menszijn en hond zijn.

10. De baas kan nu zijn opgedane kennis en vaardigheden inzetten om de puppy op te voeden tot die hond die hij er zelf van verwacht.

Wat moeten wij nu toch met sommige dierenartsen

0

Toen ik jaren geleden begon als, toen nog, gedragsbegeleider en langs dierenartsen ging om hen ervan te overtuigen dat er mogelijkheden waren dat er wat te doen was aan schijnbaar onmogelijk gedrag van honden, kon ik me voorstellen dat zij er wat terughoudend tegenaan keken. Dat ze zich afvroegen: “wat moeten we met die gedragsmensen”. Aan de andere kant hadden zij misschien een houding van baat het niet, schaden zal het ook niet zoveel en proberen is altijd de moeite waard. Ik geef het een kans. Ik praat over ongeveer 30 jaar geleden. Tegenwoordig mogen we zeggen dat we een volwassen beroep hebben. Er zijn beroepsverenigingen, er zijn verschillende volwassen opleidingen en er is voldoende mogelijkheid om het kaf van het koren te scheiden. Ook voor dierenartsen. Er zijn er gelukkig veel die dit doen, Die een goede samenwerking aangaan met een goede gedragstherapeut en een goede of een paar goede hondenscholen. Die eerst onderzoeken met wie ze een samenwerking aangaan. Maar soms ook niet. Ik kreeg van een cursist een folder die bij de dierenarts stond van een nieuwe hondenschool bij mij in de buurt. De instructeur had een aantal jaar geleden een cursus bij O&O gevolgd, verder was ze autodidactisch. Ze had erg goede ervaringen met trainingsbanden (stroom dus). Ze gaf net als ik les aan huis, evenveel lessen, maar wel € 50,- goedkoper. Ook haar folder vond ik mooier. Misschien gaf dat ook voor de dierenarts de doorslag. Het was dezelfde dierenarts die vond dat puppy’s niet te snel naar puppycursus mogen, het zijn tenslotte maar baby’s. Ik ga ervan uit dat hij verder niets gecheckt heeft, niet weet hoe zij werkt, dit misschien geeneens navraagt. Alsof de tijd heeft stilgestaan. Nu denk ik: “wat moeten wij met deze dierenartsen.” Misschien moet ik toch maar eens gaan praten.

Winter

0

Op het moment dat ik dit schrijf, is het buiten hard aan het sneeuwen. De ANWB heeft een alarm afgegeven en rond 11.30 uur staat er nog meer dan 100 km aan files op de snelwegen. Mijn hond heeft hier geen boodschap aan. Ze rent en vliegt door de sneeuw, wordt weer even helemaal puppy en kan niet wachten tot ik de eerste sneeuwbal gooi. Het is winterwonderland. Maar ook dat is niet altijd zonder risico…

En dus is er een aantal zaken waar we met honden toch wat extra aandacht aan moeten besteden. Niks ernstigs maar een gewaarschuwd baas telt nu eenmaal voor twee.

Sneeuw

Niets is leuker dan lekker met hond door de sneeuw te banjeren. De meeste honden moeten er eerst nog even aan wennen maar ontdekken al snel de lol ervan. Ze rennen, duiken door hun voorpoten en vinden niks leuker dan een baas die een hoop sneeuw wegtrapt waar zij dan heerlijk achteraan kunnen gaan. Alleen die sneeuw die blijft niet altijd mooi maagdelijk. En bovendien zorgt de kou vaak dat honden wat kloofjes in hun voetkussentjes krijgen. Als zij dan vervolgens over de pasgepekelde wegen lopen kunt u zich voorstellen dat dat niet lekker aanvoelt. Ook kan de sneeuw tussen de teentjes bevriezen en de hond continu eenzelfde gevoel geven als wanneer u een steentje in uw schoenen hebt. U kunt dat heel simpel vorkomen door voordat u de deur uitgaat de voetjes van uw hond even in te smeren met wat vaseline of uierzalf. Waar u ook wat aandacht aan kunt geven is het eten van sneeuw. Het is eigenlijk veel te koud en hierdoor neemt bij honden, zeker als ze aan het spelen zijn de kans op maagdraaiingen toe. En dat wil natuurlijk niemand.

IJs

Ondanks het feit dat wij het geweldig vinden op het ijs te gaan als dat ijs dat toelaat, voor honden is het levensgevaarlijk. Enerzijds lopen veel honden jaarlijks enorme blessures op omdat ze gewoonweg op een “bambi-manier” uitglijden. En anderzijds, als honden het leuk gaan vinden en erop springen, doen ze dat ook als het ijs niet meer dik genoeg is. Door hun vaart schieten ze er dan onder…

Kerst

Kerst is leuk, kerst is gezellig, kerst is bezinning en kerst is ook lekker eten. Onthoud dat chocola giftig is voor honden. Hou ze hiervan weg. Ook krenten en rozijnen zijn heel slecht. Verder is het absoluut niet verstandig uw hond botjes te geven van wat er over is van de kerstmaaltijd. Nu hoor ik vaak mensen zeggen: “in de natuur eten ze toch ook botjes”? Dat is zo, maar die zijn niet gekookt of opgewarmd en daardoor houden die botten een zekere mate van elasticiteit. Bij het opwarmproces verdwijnt dat en worden de botjes bij het breken messcherp en kunnen van binnen bij de hond voor nare en gevaarlijke bloedingen zorgen.
Als u een kerstboom hebt met een bak eronder waar water in staat, laat de hond hier dan niet uit drinken. De kerstboom geeft een giftige stof af, en die is niet zo goed voor honden.

Open haard

Wat een gezelligheid, buiten koud en binnen lekker warm met een gezellig open haardvuurtje. Ook honden vinden dit lekker en soms nestelen ze zich heerlijk voor die warme gloed. Het aanzicht hiervan is om op jaloers te worden. Maar pas op met spetters. Ze kunnen zo in de vacht komen en voor lelijke brandwonden zorgen. Doe een scherm voor de open haard of laat uw hond ergens anders liggen.

Auto

Tenslotte, en dan hebt u de belangrijkste tips gekregen, antivries is dodelijk. Maar honden vinden het wel heel aantrekkelijk. Dus als u de reservoirs van uw auto hebt bijgevuld, zet het op een veilige plek. De smaak is wat zoetig en honden vinden het heerlijk.
Hele fijne winter

Wat erg!!!

0

Het is weer gebeurd. Eens in de zoveel jaar word je hier als instructeur mee geconfronteerd. En iedere keer schrik ik er weer van en denk ik : “hoe is het toch mogelijk?” Opnieuw ben ik gebeld door een cursist die mij belde dat haar puppy was doodgereden en dat zij daardoor de cursus niet kon afmelden. In eerste instantie denk je dat dan alleen maar mogelijk kan zijn als de pup even het huis uit is geglipt. Maar toen ik vroeg wat er was gebeurd bleek dat de hond aan de lijn zat maar bij even niet opletten de weg opschoot. De lijn was een… uitrollijn.

Deze lijnen zijn op de cursus erg onhandig. Bazen zetten ze van de rem af en puppy’s gaan naar andere puppy’s en raken verward in elkaars riemen. Ze zijn bij oefeningen niet gemakkelijk om de pols te doen waardoor het lastiger is de baas minder afhankelijk van de riem te maken. Met andere woorden: ik vind het ondingen.

Wat was er gebeurd?

De eigenaresse van Coopertje heeft een lichamelijke beperking. Ze is niet zo snel meer in haar bewegingen. Om deze reden vond zij de uitrollijn wel gemakkelijk. Cooper kon wat vrijer bewegen, zijn energie wat meer kwijt en zij had hem tenminste onder controle. Althans: dat dacht zij. Cooper, een beetje gefrustreerd, omdat hij eigenlijk nooit echt lekker kon rennen, rende vooruit en achteruit waarbij het zo ten opzichte van de eigenaresse eigenlijk twee keer de afstand kon gebruiken. De eigenaresse vond dit prima en had de lijn cast gezet op de maximale afstand. Zo kon Coopertje lekker zijn gang gaan. Cooper rende vooruit en Cooper kwam terug en Cooper rende de eigenaresse voorbij, en bevond zich toen achter haar. De eigenaresse kon niet zo snel omdraaien, dat was haar beperking. En Cooper: die dacht: “ik ga gewoon eens opzij”, en stak de straat over. Net op het moment dat er een auto kwam aangereden. En dat was het einde van Coopertje.

Cursus

Op de cursus leren we de eigenaren hun hond los te laten, we leren de eigenaren wat ze moeten doen als hun hond een keer niet komt als hij wordt geroepen, we leren de eigenaren dat ze, als ze de hond loslaten ze dit moeten doen op een plek die veilig is. We leren de eigenaren om zo min mogelijk afhankelijk te zijn van de riem. Zodat de honden ook los van de lijn doen wat de eigenaren willen. En dit betekent dat die eigenaren daar soms wat verder voor weg moeten dan het rondje om hun eigen flatgebouw. En dat moeten ze dan ook doen. Dan is het helemaal niet erg als af en toe rondje om het flatgebouw plaatsvindt aan een gewone riem. Ook omdat we de cursisten ook leren hoe ze hun hond op een normale wijze aan de riem kunnen leren lopen.

Uitrollijn

De uitrollijn hoeft van mij niet weggegooid te worden. Hij kan ingezet worden als een teef bijvoorbeeld loops is of als een hond moet herstellen van een operatie, even niet los mag en graag wat verder weg wil snuffelen. Dat soort dingen, de uitzonderingen. En dan kan de baas ook even extra oplettend zijn. Dan zijn ze prima, maar gebruik een uitrollijn niet als excuus voor je eigen luiheid om je hond niet voldoende op te voeden en dan te zeggen: “zo krijgt hij tenminste ook wat beweging”. Want wie hou je dan voor de gek: je hond en die verdient dat niet!

Troosten, van mij mag het altijd en overal

0
OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Nog steeds, als ik lezingen geef of workshops, zijn mensen enorm verbaasd als ik aangeef dat troosten bij angst naar mijn mening beter is dan negeren. Mensen zijn zelfs boos als ik dat zeg. Men is zo vreselijk bang dat men de hond dan beloont voor het angstgedrag en dat hij dan vaker angst gaat vertonen. Als we daar dan wat dieper op ingaan en ik de vraag stel of echt negeren dan wel heeft geholpen, krijg ik vaak bijval. Mensen met bange honden hebben geleerd te leven met de angst die eigenlijk toch gewoon is blijven bestaan.

Angst is gewoon een functionele emotie

En dat is ook eigenlijk wel te verklaren. Allereerst moeten we eens gaan kijken naar wat er voor de hond allemaal aan de orde is. Als hij bang is en dat gedrag vaker gaat vertonen is het noodzakelijk dat hij kan leren. Om te kunnen leren moet er aan bepaalde condities worden voldaan. Als we gaan kijken naar de toename van de kans dat gedrag in stand blijft of vaker wordt vertoond, moet de hond bekrachtigd worden in zijn gedrag. Dit kan op twee manieren. Zijn gedrag levert hem iets plezierigs, een beloning, of zijn gedrag zorgt ervoor dat er iets onplezierigs verdwijnt, (de postbode als hij blaft) of als iets onplezierigs niet optreedt, (hij krijgt geen correctie als hij netjes naast de baas loopt). Hiernaast moet zijn breintje openstaan voor het opslaan van die gegevens. Hiervoor mag de stress niet te hoog zijn. Als de stress te hoog is, is er geen vermogen meer om te leren.

Beloning

We kunnen heel vaak als mensen vinden dat de hond een vriendelijk woord, een aai, een schouderklopje of een van zijn eigen brokjes maar moet zien als een beloning. De hond heeft daar zijn eigen mening over gevormd. Hij bepaalt helemaal zelf wat hij als beloning ervaart. Bovendien kan die beloning ook nog eens in allerlei situaties anders ervaren worden. Er zijn honden die in de thuissituatie graag aan zitten voor een snoepje. Het besef dat ze dat snoepje krijgen is voldoende aanleiding om gedrag te vertonen dat wij graag willen zien. Als je diezelfde honden laat zitten in het bos, of vlak voordat je het strand opgaat, dan hoeven ze vaak geen snoepje meer, hun beloning voor het blijven zitten is dan… het mogen gaan. Er zijn honden die van alles doen voor een snoepje. Sommige hiervan zijn ook heel bang en nerveus in bijvoorbeeld de auto. Als je deze honden dwingt om te gaan zitten in die auto, zijn ze vaak absoluut niet geïnteresseerd in dat snoepje. Hun grootste beloning is zo snel mogelijk de auto uit. Dit geldt ook voor de dierenartsenpraktijk. Ik denk dat dierenartsen het meest door honden afgewezen worden als ze iets aardigs willen doen.
Iedereen kent dit; waarom denkt dan iedereen dat steun in een angstige situatie gezien wordt als beloning? Ook al is dit in de vorm van troosten.

Teveel stress

Als er teveel stress is, is er bijna geen leervermogen meer. Het is dan belangrijk dat allereerst aan die stress gewerkt wordt. Mensen nemen dan even een borrel of gaan een sigaretje roken. Gewoon om even te kalmeren. Pas als ze weer rustig zijn kunnen ze wat helderder over de zaak nadenken, een strategie bedenken, ervaren hoe deze werkt en hiervan LEREN.
Bij honden is dan niet anders. Eerst de stress verlagen. En dat lukt bij honden heel vaak door ze te aaien en te troosten.

Troosten bij pijn

Toen ik vroeger zelf cursus volgde met mijn honden of verdere cursussen volgde over gedrag werd mij ingeprent dat ook als een hond pijn had, ik de hond moest negeren. De reden hiervoor was dat ik de hond anders leerde dat hij bang moest worden voor dat onderwerp dat de pijn veroorzaakte. En ik…. en veel anderen die ik dat vertelde… geloofde dat. Maar het is toch veel logischer om ons te realiseren dat het oplopen van pijn in een bepaalde situatie en bij bepaald gedrag de ervaring is waarbij de hond leerervaringen opdoet. Als hij vervolgens leert dat hij bij pijn bij ons als bazen terecht kan, is hier toch niets mis mee. Naar mijn gevoel leidt dit af en kalmeert het opnieuw de hond zodat hij veder kan met het doen van leuke dingen. En ik denk ook dat als er echt iets aan de hand is, we blij zijn dat de hond naar ons toekomt.

Ik word regelmatig aangesproken op mijn uitspraken. Mijn veronderstellingen zijn niet allemaal wetenschappelijk onderzocht. Ik realiseer me dat maar weet tegelijkertijd dat ik te maken heb met eigenaren van honden die hun hond op een zo plezierig mogelijke manier in huis willen houden. De hond is onderdeel van het gezin en verdient alle zorg en aandacht die hij nodig heeft. En ook al is dit nog niet wetenschappelijk bewezen bij honden. De honden waarbij de angst afneemt en het vertrouwen in de baas toeneemt zijn voor mij afdoende bewijs.

Socialiseren, het zit hem in de herhaling

0

Er is veel geschreven over socialiseren, er wordt op dit moment zelfs veel geschreven en er is een levendige discussie ontstaan over teveel socialiseren. Ik kan me voorstellen dat het een kersverse puppyeigenaar allemaal wat veel wordt. Wat moet er nu wel en wat moet er nu niet. Ik blijf bij mijn standpunt, wat ik in veel situaties aanneem, is dat de pup heel veel zelf aangeeft. Wij moeten als eigenaar voornamelijk zelf naar onze pup leren kijken. En als we goed kijken dan zien we het vanzelf.

Fokkers

Laats zag ik op tv een programma waarin een fokker aan het woord kwam die verteled dat er veel werd gedaan aan socialiseren. Er kwamen veel mensen over de vloer, met kinderen, ze hadden katten en konijnen en ze was ook een keer met de puppy’s naar het bos geweest en een keer naar het winkelcentrum. Dat eerste is hartstikke goed mits ze met veel mensen bedoelde, vaak en regelmatig. Niet als er in een keer 50 man op bezoek kwam. Het grappige is dat als mensen dit lezen zij zich kunnen voorstellen dat die 50 man in een keer wel een beetje veel is voor een puppy. Hou deze gedachte even vast. De fokker die de pups één keer meenam naar het bos en het winkelcentrum had dit naar mijn mening net zo goed niet hoeven doen.

Herhaling

Het gaat bij het socialiseren om twee dingen. In de eerste plaats moeten de pups de eigenschappen en kenmerken leren kennen van hun latere sociale partners. Zo moeten ze bijvoorbeeld leren dat als wij onze tanden laten zien we hier niets dreigends mee bedoelen terwijl dat voor andere honden wel geldt. U kunt zich voorstellen dat hier wat tijd overheen gaat en dat dit niet in een keer is geleerd. Dit moet vaak gedaan worden. En dat geldt ook voor het bos en het winkelcentrum.

Teveel prikkels

Ik had u gevraagd even het beeld van 50 bezoekers in één keer bij de fokker vast te houden. Als u met de pup naar het winkelcentrum gaat en er komen van alle kanten enorm veel prikkels op de pup af, hij ze niet meer van elkaar kan onderscheiden. Daarom is het belangrijk om dit op een rustig moment te doen, de pup op de arm te nemen en bij sommige dingen rustig stil te staan. Dan heeft de pup de tijd om dit in zich op te nemen. Doe dit met een paar situaties, ga ergens zitten laat de pup wennen aan mensen die langslopen. Ga naar een ander plekje en laat de pup zien dat hier auto’s parkeren en mensen uitstappen. Op een andere plek rijden winkelwagentjes. In een winkel is het druk. En ga dan weer naar huis. Gewoon met de pup op je arm. Doe dit een paar dagen later nog eens en blijf dit om de paar dagen herhalen. Dat is wennen aan situaties. Dit kan je ook doen in de wijk, in het park, in het bos. Zoek een plekje op, hij kijkt zijn ogen uit en pas als hij een beetje aan deze omgeving gewend is, ga je verder.

Niet overal aan snuffelen

De pup hoeft ook niet overal aan te snuffelen. Vaak denken mensen dat als hij dat gedaan heeft, hij eraan gewend is. Dat heeft niets met elkaar te maken. Hij hoeft niet te snuffelen aan standbeelden. Als hij ze ziet en er op de arm van de baas rustig bij wordt is het voldoende. Hij hoeft niet te snuffelen aan schapen in de wei. Liever niet: stel je voor dat hij ze leuk gaat vinden. Het is beter dat hij ze ziet, weet dat ze bestaan en ze verder met rust laat. Socialiseren is vaak iets heel anders dan dat wij uitvoeren. En dat terwijl het helemaal niet zo moeilijk hoeft te zijn.